skip to Main Content

Flora- en faunawet en bosbeheer

Sinds de Flora- en faunawet in werking is getreden op 1 april vorig jaar, is duidelijk geworden dat deze wet de uitvoering van werkzaamheden in het bosbeheer ernstig bemoeilijkt. Dit geldt vooral voor werkzaamheden die uitgevoerd worden tijdens het broedseizoen, omdat de wet strenge verbodsbepalingen kent voor met name het verstoren en verontrusten van vogels. Uit verschillende rechtszaken is gebleken dat de rechter de wet strikt interpreteert en weinig ruimte biedt voor bijvoorbeeld de zogenaamde ‘zomervellingen’. Maar ook voor het uitvoeren van andere werkzaamheden, bijvoorbeeld het maaien van graslanden of het plaggen van heide, knelt de wet.

Het Bosschap heeft deze problematiek het afgelopen jaar, samen met andere maatschappelijke organisaties, bij het ministerie van LNV aangekaart. De Flora- en faunawet geeft naar idee van het Bosschap een te strikte uitwerking van de Europese natuurbeschermingsrichtlijnen (de Vogel- en Habitatrichtlijn) en brengt daarom onnodige belemmeringen met zich mee voor het reguliere beheer van bos en natuur.

De minister van LNV heeft dit probleem erkend en toegezegd zo spoedig mogelijk met een oplossing te komen die regulier gebruik en beheer niet onnodig belemmert en waarbij de maximale rechtsruimte van de Europese Richtlijnen wordt opgezocht. Daartoe is een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in ontwerp die een aantal vrijstellingen van de verboden van de wet zal regelen. Deze AMvB zal op zijn vroegst pas dit najaar van kracht worden en biedt dus geen oplossing voor de korte termijn.

Back To Top